Bevestig de wielsleutel en draai
met de krik recht onder het krik‐
steunpunt aan de wielsleutel tot‐
dat het wiel van de grond komt.
5. Draai de wielmoeren los.
6. Wiel verwisselen. Reservewiel
3 284.
7. Draai de wielmoeren erop.
8. Laat de auto zakken en verwijder
de krik.
9. Wielsleutel aanbrengen, let er
hierbij op dat deze stevig vastzit
en de wielmoeren kruislings aan‐
halen. Het aanhaalmoment be‐
draagt 140 Nm.
10. Wieldop voor het aanbrengen zo
verdraaien dat de ventielopening
over het bandventiel valt.
Wielmoerdoppen aanbrengen.
Installeer de middendop op de
lichtmetalen velgen.
11. Breng bij versies met dorpelplaten
de krikpuntafdekking aan.
12. Berg het vervangen wiel 3 284,
het autogereedschap 3 268 en de
adapter voor het vergrendelen
van de wielmoeren 3 63 op.
13. Bandenspanning en het aanhaal‐
koppel van de wielmoeren van het
gemonteerde wiel zo spoedig mo‐
gelijk controleren.
Defecte band zo spoedig mogelijk la‐
ten vervangen of repareren.
Verzorging van de auto
Hefpunt voor hefbrug
De positie van de achterste arm van
het hefplatform centraal onder de uit‐
sparing van de dorpel.
283