Tijd en datum
Zie de infotainment-handleiding voor
nadere informatie.
Radio-instellingen
Zie de infotainment-handleiding voor
nadere informatie.
Telefooninstelling
Zie de infotainment-handleiding voor
nadere informatie.
Navigatie-instellingen
Zie de infotainment-handleiding voor
nadere informatie.
Displayinstellingen
■ Menu startpagina:
Zie de infotainment-handleiding
voor nadere informatie.
■ Optie achterruitrijcamerasysteem:
Druk hierop om de opties voor de
achteruitcamera aan te passen
3 213.
Instrumenten en bedieningsorganen
■ Display Uit:
Zie de infotainment-handleiding
voor nadere informatie.
■ Kaartinstellingen:
Zie de infotainment-handleiding
voor nadere informatie.
Voertuig instellingen
■ Klimaat en luchtkwaliteit
Autom. ventilatorsnelheid: Veran‐
dert de aanjagerregeling. De gewij‐
zigde instelling wordt actief nadat
het contact uit en opnieuw aan
wordt gezet.
Klimaatregelingsmodus: Activeert
of deactiveert de koeling wanneer
het contact wordt ingeschakeld of
hanteert de laatst gekozen instel‐
ling.
Automatische ontwaseming: Acti‐
veert of deactiveert de automati‐
sche ontwaseming.
Autom. achterruitverwarming: Acti‐
veert de achterruitverwarming au‐
tomatisch.
■ Comfortinstellingen
Volume geluidssignaal: Wijzigt het
volume van geluidssignalen.
Pers. inst. voor bestuurder: Acti‐
veert of deactiveert persoonlijke in‐
stellingen.
Wis auto. achter in achteruit: Acti‐
veert of deactiveert automatische
inschakeling achterruitwisser bij in‐
schakelen achteruitversnelling.
■ Aanrijdings-detectiesystemen
Parkeerhulp: Activeert of deacti‐
veert de ultrasoonsensoren. Acti‐
vering kan worden geselecteerd
met of zonder de aanhangerkoppe‐
ling bevestigd.
Automatische aanrijdingsbescher‐
ming: Activeert of deactiveert de
automatische remwerking van de
auto in geval van dreigend aanrij‐
dingsgevaar. Het volgende is een
optie: het systeem neemt de rem‐
regeling over, waarschuwt alleen
via geluidssignalen of wordt geheel
gedeactiveerd.
141