Sensor vrijhouden van stof, vuil en ijs.
Regensensorfunctie kan worden ge‐
activeerd of gedeactiveerd in de Per‐
soonlijke instellingen.
Selecteer de betreffende instelling in
Instellingen, I Voertuig op het Info-
Display.
Info-Display 3 106.
Persoonlijke instellingen 3 110.
Instrumenten en bedieningsorganen
Voorruitsproeiers
Hendel naar u toe trekken. Er wordt
sproeiervloeistof op de voorruit ge‐
spoten en de ruitenwisser maakt en‐
kele slagen.
Sproeiervloeistof 3 210
Wis-/wasinstallatie
achterruit
Verdraai de buitenste dop om de ach‐
terruitwisser in te schakelen:
ON : continue werking
INT : onderbroken werking
OFF : uit
Niet inschakelen wanneer de achter‐
ruit bevroren is.
Uitschakelen in wasstraten.
Als de voorruitwisser aanstaat, wordt
de achterruitwisser bij het inschake‐
len van de achteruitversnelling auto‐
matisch ingeschakeld.
81