Selecteer de pagina Bandbelasting in
het menu Informatie- menu
voertuig ? op het Driver Informa‐
tion Center 3 100.
Kies
● Licht voor een comfortabele
spanning tot drie inzittenden.
● Eco voor een Eco-spanning tot
drie inzittenden.
● Max voor volledige belading.
Uplevel-display:
Selecteer de pagina
Bandenbelasting in het menu Opties
op het Driver Information Center
3 100.
Kies
● Licht voor een comfortabele
spanning tot drie inzittenden.
● Eco voor een Eco-spanning tot
drie inzittenden.
● Max voor volledige belading.
Koppelingsprocedure
bandenspanningssensor
Elke bandenspanningsensor heeft
een unieke identificatiecode. De iden‐
tificatiecode moet aan de positie van
Verzorging van de auto
een nieuw wiel worden gekoppeld na‐
dat de wielen zijn geroteerd of alle
wielen zijn verwisseld en als een of
meer bandenspanningssensoren zijn
vervangen. De bandenspannings‐
sensoren moeten ook worden gekop‐
peld na het vervangen van een reser‐
vewiel door een reguliere band met
een bandenspanningssensor.
Bij de volgende contactcyclus moeten
de storingslamp w en het waarschu‐
wingsbericht doven/verdwijnen. De
sensoren worden met een inleerge‐
reedschap in de volgende volgorde
gekoppeld aan de wielposities: voor‐
wiel linkerzijde, voorwiel rechterzijde,
achterwiel rechterzijde en achterwiel
linkerzijde. De richtingaanwijzer in de
huidige actieve stand wordt verlicht
totdat de sensor is gekoppeld.
Neem contact op met een werkplaats
voor onderhoud of om inleergereed‐
schap aan te schaffen. U hebt twee
minuten voor het koppelen van de po‐
sitie van het eerste wiel en vijf minu‐
ten voor het koppelen van de positie
van alle vier de wielen. Bij het over‐
schrijden van deze tijd stopt het kop‐
pelen en moet u opnieuw beginnen.
233