30
Sleutels, portieren en ruiten
Als er twee of meer elektronische
sleutels in de auto's zijn geweest en
het contact één keer aan was, ver‐
grendelt de functie de auto als er
maar één elektronische sleutel uit de
auto wordt genomen.
Passief vergrendelen kan worden uit‐
geschakeld door bij een geopend por‐
tier gedurende enkele seconden op
c te drukken. Deze blijft uitgescha‐
keld totdat e wordt ingedrukt of het
contact wordt ingeschakeld.
U kunt deze passieve vergrendeling
in- of uitschakelen in het menu
Instellingen, I Voertuig op het Info-
Display.
Info-Display 3 106.
Persoonlijke instellingen 3 110.
De instelling kan worden opgeslagen
voor de gebruikte afstandsbediening
of elektronische sleutel 3 24.
Kindersloten
9 Waarschuwing
Gebruik de kindersloten wanneer
kinderen op de achterste zitplaat‐
sen worden vervoerd.
Duw de pen in het achterportier naar
voren. Het portier kan niet meer van
binnen worden geopend.
Zet de pen weer naar achteren om het
kinderslot uit te schakelen.
Portieren
Bagageruimte
Achterklep
Openen
Druk na het ontgrendelen op de tip‐
toets onder het merkembleem en
open de achterklep.
Centrale vergrendeling 3 24.