Laat u door dit speciale systeem
niet verleiden tot een roekeloze rij‐
stijl.
Pas uw snelheid altijd aan de staat
van het wegdek aan.
De hulpsystemen ontnemen de
bestuurder niet zijn verantwoorde‐
lijkheid voor het besturen van de
auto.
Lane keep assist
Lane keep assist helpt bij het voorko‐
men van botsingen, doordat de rij‐
strook per ongeluk werd verlaten. De
frontcamera aan de voorkant regis‐
treert de markeringen op het wegdek.
Wanneer de auto de markeringen na‐
dert, wordt het stuurwiel licht ver‐
draaid om de auto binnen de rijstrook
te houden. Verdraai het stuurwiel zelf
om de handeling van het systeem op
te heffen.
Als een wegmarkering wordt over‐
schreden en u grijpt niet in bij de wer‐
king van de Lane keep assist, wordt
er een visuele en akoestische waar‐
schuwing gegeven.
In de volgende gevallen wordt aan‐
genomen dat u de rijstrook per onge‐
luk verlaat
● u gebruikt de richtingaanwijzer
niet
● u gebruikt de richtingaanwijzer
van de tegenovergestelde kant
dan dat u de rijstrook verlaat
● u remt niet
● u accelereert niet
● u stuurt niet actief.
Let op
Het systeem wordt uitgeschakeld als
er onduidelijke markeringen zijn, bij‐
voorbeeld bij wegwerkzaamheden.
Let op
Het systeem kan worden uitgescha‐
keld als het wegen waarneemt die te
smal, te breed of te kronkelig zijn.
Rijden en bediening
Inschakelen
U activeert de Lane keep assist door
a in te drukken. De brandende led
in de knop geeft aan dat het systeem
is ingeschakeld.
Wanneer de controlelamp a in de
instrumentengroep groen brandt, is
het systeem klaar voor ondersteu‐
ning.
195