128
Verlichting
Richtingaanwijzerhendel met f
toets
Activeer de grootlichtassistentie door
een keer op f te duwen. Het groot‐
licht wordt automatisch ingeschakeld
bij een snelheid boven 50 km/u. Het
grootlicht wordt uitgeschakeld bij een
snelheid onder 35 km/u, maar de
grootlichtassistentie blijft geacti‐
veerd.
De groene controlelamp f brandt
continu wanneer de grootlichtassis‐
tentie actief is; de blauwe lamp 7
brandt bij ingeschakeld grootlicht.
Controlelamp f 3 99, 7 3 99.
Als u een keer tegen de richtingaan‐
wijzerhendel duwt, wordt het groot‐
licht handmatig en zonder grootlicht‐
assistentie ingeschakeld.
De grootlichtassistentie schakelt au‐
tomatisch op dimlicht over wanneer:
● In stadsverkeer wordt gereden.
● De achteruitparkeerfunctie actief
is.
● De mistlampen voor of achter zijn
ingeschakeld.
Zodra er geen beperkingen meer
worden herkend, schakelt het sys‐
teem het grootlicht weer in.
Uitschakelen
Richtingaanwijzerhendel met of zon‐
der MENU toets
Als de grootlichtassistentie actief is
en het grootlicht is ingeschakeld,
schakelt u de grootlichtassistentie uit
door een keer aan de richtingaanwij‐
zerhendel te trekken.
Als de grootlichtassistentie actief is
en het grootlicht is uitgeschakeld,
schakelt u de grootlichtassistentie in
door twee keer tegen de richtingaan‐
wijzerhendel te duwen.
Ook als u twee keer tegen de rich‐
tingaanwijzerhendel duwt om het
grootlicht handmatig te activeren,
wordt de grootlichtassistentie ge‐
deactiveerd.
Richtingaanwijzerhendel met f
toets
Als de grootlichtassistentie actief is
en het grootlicht is ingeschakeld,
schakelt u de grootlichtassistentie uit
door een keer tegen de f te duwen
of aan de richtingaanwijzerhendel te
trekken.
Als de grootlichtassistentie actief is
en het grootlicht is uitgeschakeld,
schakelt u de grootlichtassistentie uit
door een keer tegen de f te duwen.
Ook als u twee keer tegen de rich‐
tingaanwijzerhendel duwt om het
grootlicht handmatig te activeren,
wordt de grootlichtassistentie ge‐
deactiveerd.