132
Verlichting
Draai aan het kartelwiel A en houd dit
vast totdat de gewenste lichtsterkte is
bereikt.
Binnenverlichting
De voorste en achterste interieurver‐
lichting worden bij het in- en uitstap‐
pen vanzelf ingeschakeld en doven
met enige vertraging.
Let op
Bij een ongeval waarbij de airbags
geactiveerd worden gaat de vloer‐
verlichting automatisch aan.
Voorste interieurverlichting
Bedien de wipschakelaar:
: automatisch in- en uit‐
w
schakelen
druk op u : aan
druk op v : uit
Achterste interieurverlichting
Brandt in combinatie met de voorste
interieurverlichting, afhankelijk van
de stand van de wipschakelaar.
Leeslampen
Om in te schakelen s en t in de
voorste en achterste interieurverlich‐
ting indrukken.
Verlichting zonneklep
Brandt wanneer u het klepje opent.