Controlelampen
De beschreven controlelampen zijn
niet in alle auto's aanwezig. Deze be‐
schrijving geldt voor alle instrument‐
uitvoeringen. Afhankelijk van de uit‐
rusting kan de positie van de contro‐
lelampen verschillen. Bij het inscha‐
kelen van de ontsteking lichten de
meeste controlelampen korte tijd op
bij wijze van functietest.
Betekenis kleuren controlelampen:
Rood = gevaar, belangrijke herinne‐
ring
Geel = waarschuwing, aanwijzing,
storing
Groen = inschakelbevestiging
Blauw = inschakelbevestiging
Wit
= inschakelbevestiging
Instrumenten en bedieningsorganen
91