Rijden en bediening
Rijtips ......................................... 135
bak ............................................. 147
bak ............................................. 148
Remmen .................................... 151
temen ......................................... 157
Brandstof ................................... 179
Trekhaak .................................... 186
Rijtips
Controle over de auto
Nooit met afgezette motor rijden
In deze toestand werken veel syste-
men niet (bijv. rembekrachtiging,
stuurbekrachtiging). Wanneer u op
deze manier rijdt, vormt u een gevaar
voor uzelf en anderen.
Alle systemen werken tijdens een Au-
tostop.
Stop-startsysteem 3 138.
Stationair aanjagen
Als het nodig is om de accu op te la-
den wegens een probleem met de
accu, moet het vermogen van de dy-
namo worden vergroot. Dit kan door
stationair aanjagen, wat mogelijk
hoorbaar is.
Er verschijnt een bericht op het Driver
Information Center.
Pedalen
Om de pedalen ongehinderd te kun-
nen bedienen geen matten onder de
pedalen leggen.
Rijden en bediening
Afrijden van hellingen
Schakel een versnelling in bij het af-
rijden van hellingen om zeker te zijn
dat voldoende remdruk beschikbaar
is.
135