9 Waarschuwing
Rijden met een aanhanger is al‐
leen toegestaan bij een correct ge‐
monteerde kogelstang. Als u de
kogelstang niet correct gemon‐
teerd krijgt, de hulp van een werk‐
plaats inroepen.
Kogelstang demonteren
Sleutel in het slot steken en kogel‐
stang ontgrendelen.
Draaiknop op de kogelstang indruk‐
ken en ingedrukt rechtsom draaien
totdat deze vastklikt. Kogelstang naar
onderen toe lostrekken.
Afsluitplug in kogelstangopening aan‐
brengen. Stekkerdoos inklappen.
Aanhangerstabilisatie
Als het systeem een sterke slinger‐
beweging registreert, dan wordt het
motorvermogen verlaagd en de auto/
aanhangercombinatie afgeremd tot‐
dat de slingerbeweging stopt. Wan‐
neer het systeem actief is, moet u het
stuurwiel zo stil mogelijk houden.
Aanhangerstabilisatie (TSA) maakt
deel uit van de elektronische stabili‐
teitsregeling 3 154.
Rijden en bediening
191