Selecteer de gewenste buitenspiegel
door de wipschakelaar naar links (L)
of rechts (R) te duwen. Draai daarna
de knop : om de spiegel te
verstellen.
Wipschakelaar in middelste stand: er
is geen te verstellen spiegel geselec‐
teerd.
Inklapbare spiegels
Voor de veiligheid van voetgangers
klappen de buitenspiegels bij aansto‐
ten vanaf een bepaalde kracht weg uit
de normale stand. Spiegel dan door
licht op de spiegelbehuizing te druk‐
ken terugduwen.
Parkeerstand
U klapt de buitenspiegels in door
zachtjes op de buitenrand van de be‐
huizing te drukken, bijv. bij een
krappe parkeerplek.
Sleutels, portieren en ruiten
Verwarmde spiegels
Om in te schakelen Ü indrukken.
De verwarming van de spiegel werkt
bij een draaiende motor.
Deze wordt na zes minuten automa‐
tisch uitgeschakeld.
Als u tijdens dezelfde contactcyclus
nogmaals op Ü drukt, werkt de ver‐
warming nog drie minuten.
31