192
Verzorging van de auto
Boordgereedschap
Gereedschap
Auto's met bandenreparatieset
Het gereedschap en de bandenrepa‐
ratieset liggen in een opbergvak on‐
der de vloerafdekplaat van de baga‐
geruimte.
Auto's met reservewiel, variant
1
De krik, het gereedschap en een riem
voor het borgen van een beschadigd
wiel liggen in een opbergvak onder
het reservewiel in de bagageruimte.
Reservewiel 3 204.
Auto's met reservewiel, variant
2
De krik en het gereedschap bevinden
zich in de bagageruimte onder het re‐
servewiel in de bagageruimte. De
wielsleutel en de verlengstang voor
het vastzetten van een beschadigd
wiel bevinden zich in een gereed‐
schapszak in de uitsparing van het
reservewiel. Reservewiel 3 204.
Velgen en banden
Conditie van banden en velgen
Zo langzaam mogelijk en onder een
rechte hoek over obstakels. Het rijden
over scherpe randen kan schade aan
banden en velgen tot gevolg hebben.
Banden niet tegen de stoeprand
klemmen.
De wielen regelmatig op beschadi‐
ging controleren. Bij beschadigingen
of abnormale slijtage de hulp van een
werkplaats inroepen.
Winterbanden
Winterbanden verhogen de veiligheid
bij temperaturen onder 7 °C en moe‐
ten daarom op alle wielen worden ge‐
monteerd.
Banden met maten 205/55 R 16,
205/60 R 16, 205/65 R 16,
215/50 R 17, 225/45 R 17,
225/50 R 17 zijn toegestaan als win‐
terbanden.