Afhankelijk van de voertuigconfigura‐
tie kunnen de volgende hoofdmenu's
worden geselecteerd:
■ Informatiemenu voertuig
■ Informatiemenu dagteller/brandst.
Sommige van de weergegeven func‐
ties variëren tussen rijdende en stil‐
staande auto, andere functies zijn al‐
leen actief als de auto rijdt.
Persoonlijke instellingen 3 115. Op‐
geslagen instellingen 3 22.
Instrumenten en bedieningsorganen
Menu's en functies selecteren
U selecteert de menu's en functies
met de toetsen op de richtingaanwij‐
zerhendel.
Druk op de toets MENU om tussen de
menu's te schakelen of om vanuit een
submenu één niveau terug te gaan.
Draai aan het stelwiel om een menu-
optie te markeren of om een nume‐
rieke waarde in te stellen.
103