136
Klimaatregeling
Let op
Als de temperatuur is ingesteld op
Lo of Hi is er geen Autostop moge‐
lijk.
Als de temperatuur is ingesteld op
Lo of Hi terwijl de motor in een
Autostop staat, zal de motor auto‐
matisch herstarten.
Stop-startsysteem 3 143.
Ruiten ontwasemen en
ontdooien V
■ Toets V indrukken.
■ Koelingtoets n indrukken.
■ Temperatuur en luchtverdeling
worden automatisch ingesteld, de
aanjager draait met een hoge snel‐
heid.
■ Verwarming achterruit Ü inschake‐
len.
■ Om de automatische modus op‐
nieuw in te schakelen: toets V in‐
drukken.
Handmatige instellingen
U kunt de instellingen van het klimaat‐
regelsysteem als volgt met de toetsen
en draaiknoppen veranderen. Wan‐
neer u een instelling verandert, wordt
de automatische modus gedeacti‐
veerd.
Druk op de onderste toets om de ven‐
tilatorsnelheid te verlagen of op de
bovenste toets om ze te verhogen,
zoals wordt afgebeeld in de grafiek.
U herkent de aanjagersnelheid aan
het aantal segmenten op het display.
Wanneer u de onderste toets langer
indrukt: de aanjager en koeling wor‐
den uitgeschakeld.
Wanneer u de bovenste toets langer
indrukt: de aanjager draait met de
maximumsnelheid.
Automatische modus opnieuw in‐
schakelen: Toets AUTO indrukken.
Luchtverdeling
Druk op s, M of K voor de gewenste
instelling. De activering wordt aange‐
duid door de LED in de toets.
s = naar de voorruit en de voorste
zijruiten.
M = naar hoofdhoogte via de ver‐
stelbare luchtroosters.
K = naar de voetenruimte.
Alle combinaties zijn mogelijk.
Om terug te keren naar de automati‐
sche luchtverdeling: De desbetref‐
fende instelling deactiveren of toets
AUTO indrukken.
Koeling
U activeert of deactiveert de functie
met de toets n.