132
Klimaatregeling
Klimaatregeling
Klimaatregelsystemen ............... 132
Luchtroosters ............................. 138
Onderhoud ................................. 139
Klimaatregelsystemen
Verwarmings- en
ventilatiesysteem
Bedieningsorganen voor:
■ Temperatuur
■ Luchtverdeling
■ Luchtdebiet
■ Ontwasemen en ontdooien
Verwarmbare achterruit Ü 3 33.
Temperatuur
rood
= warm
blauw = koud
De verwarming werkt pas optimaal
als de motor de normale bedrijfstem‐
peratuur heeft bereikt.
Luchtverdeling
s = naar de voorruit en de voorste
zijruiten.
M = naar hoofdhoogte via de ver‐
stelbare luchtroosters.
K = naar de voetenruimte.
Alle combinaties zijn mogelijk.
Luchtdebiet
Luchtdebiet instellen door de ventila‐
torknop in de gewenste stand te zet‐
ten.
Ontwasemen en ontdooien
■ Toets V indrukken: aanjager
schakelt automatisch over op hoger
toerental, de luchtstroom wordt op
de voorruit gericht.
■ Draaiknop voor temperatuur in
hoogste stand zetten.