12
Kort en bondig
Rijverlichting
Lichtschakelaar draaien
AUTO = automatische verlichting:
Koplampen worden auto‐
matisch in- en uitgescha‐
keld
= activering of deactivering
m
van de automatische ver‐
lichting
= zijmarkeringslichten
8
= dimlicht of grootlicht
9
Bij auto's zonder automatische ver‐
lichting:
7 = uit
Druk op de lichtschakelaar
> = mistlampen
r = mistachterlicht
Verlichting 3 121.
Lichtsignaal, grootlicht en
dimlicht
lichtsignaal = hendel naar u toe
trekken
grootlicht
= hendel van u af du‐
wen
dimlicht
= hendel van u af du‐
wen of naar u toe
trekken
Automatische verlichting 3 122,
grootlicht 3 122, lichtsignaal 3 122.