134
Klimaatregeling
■ Draaiknop voor temperatuur in
laagste stand zetten,
■ Luchtdebiet op hoogste stand zet‐
ten,
■ Alle luchtroosters openen.
Ruiten ontwasemen en
ontdooien V
■ Toets V indrukken: aanjager
schakelt automatisch over op hoger
toerental, de luchtstroom wordt op
de voorruit gericht.
■ Schakelaar koeling n aan.
■ Draaiknop voor temperatuur in
hoogste stand zetten.
■ Verwarming achterruit Ü inschake‐
len.
■ Zijdelingse luchtroosters openen
naar wens en op de zijruiten rich‐
ten.
Elektronisch
klimaatregelsysteem
Dankzij de twee zones van de kli‐
maatregeling kunt u de temperatuur
aan de bestuurders- en passagiers‐
kant voorin afzonderlijk regelen.
Bedieningsorganen voor:
■ Temperatuur bestuurderskant
■ Luchtverdeling
■ Luchtdebiet
■ Temperatuur passagierskant
voorin
AUTO = automatische modus
= handmatig bediende lucht‐
4
recirculatie
= ontwasemen en ontdooien
V
Verwarmbare achterruit Ü 3 33.
De ingestelde temperatuur wordt au‐
tomatisch afgeregeld. In de automa‐
tische modus regelen het luchtdebiet
en de luchtverdeling automatisch de
luchtstroom.
Het systeem kan met de hand worden
bijgesteld aan de hand van de knop‐
pen voor luchtverdeling en lucht‐
stroom.