0 = zitplaatsen voorin bezet
1 = alle zitplaatsen bezet
2 = alle zitplaatsen bezet en ba‐
gage in de bagageruimte
3 = bestuurdersstoel bezet en ba‐
gage in de bagageruimte
Dynamische automatische koplamp‐
verstelling 3 123.
Koplampinstelling in het
buitenland
Het asymmetrische dimlicht biedt
meer zicht op de rand van de weg aan
de passagierskant.
Stel bij het rijden in landen met links‐
rijdend verkeer de koplampen bij om
tegenliggers niet te verblinden.
Auto's met halogeenkoplampen
De koplampen moeten niet worden
afgesteld.
Auto's met xenonkoplampen
1. Sleutel in contactschakelaar.
2. Trek de richtingaanwijzerhendel
naar u toe en houd deze vast
(lichtsignaal).
3. Ontsteking inschakelen.
4. Na ca. 5 seconden gaat controle‐
lampje f knipperen en klinkt er
een geluidssignaal.
Controlelamp f 3 101.
Telkens wanneer u de ontsteking in‐
schakelt, knippert f ter herinnering
ca. 4 seconden lang.
Verlichting
Voor de deactivering volgt u dezelfde
procedure als hierboven. f knippert
niet wanneer de functie is gedeacti‐
veerd.
Adaptief rijlicht (AFL)
De functies voor adaptief rijlicht (AFL)
zijn alleen aanwezig in combinatie
met bi-xenonkoplampen. De reik‐
wijdte, lichtverdeling en lichtsterkte
worden variabel geregeld, afhankelijk
van het omgevingslicht, het weer en
het soort weg.
Met de lichtschakelaar in stand
AUTO zijn alle verlichtingsfuncties
beschikbaar.
Met de lichtschakelaar in stand 9
zijn de volgende verlichtingsfuncties
beschikbaar:
■ Dynamische bochtverlichting
■ Afslagverlichting
■ Achteruitrijfunctie
■ Dynamische automatische kop‐
lampverstelling
123