Achterste interieurverlichting
Brandt in combinatie met de voorste
interieurverlichting, afhankelijk van
de stand van de wipschakelaar.
Leeslampen
Worden bediend met de toetsen s en
t in de voorste en achterste interi‐
eurverlichting.
Verlichting zonneklep
Brandt wanneer u het klepje opent.
Verlichting
Verlichtingsfuncties
Verlichting middenconsole
De spot in de interieurverlichting gaat
aan wanneer de koplampen worden
ingeschakeld.
Instapverlichting
Welkomstverlichting
De koplampen, achterlichten, achter‐
uitrijlichten, kentekenverlichting, in‐
strumentenverlichting, interieurver‐
lichting en grondverlichting worden
even ingeschakeld wanneer u de
auto met de handzender ontgrendelt.
Deze functie werkt alleen wanneer
het donker is en helpt u om de auto te
localiseren.
De verlichting wordt meteen uitge‐
schakeld zodra u de contactsleutel in
stand 1 3 141 draait.
U kunt deze functie in- of uitschakelen
in het menu Instellingen op het
Info-display. Persoonlijke instellingen
3 115.
129