66
Instrumenten en bedieningsorganen
Niet inschakelen wanneer de achter‐
ruit bevroren is.
Uitschakelen in wasstraten.
Als de voorruitwisser aanstaat, wordt
de achterruitwisser bij het inschake‐
len van de achteruitversnelling auto‐
matisch ingeschakeld.
Deze functie is in of uit te schakelen
in het menu Instellingen op het Info-
display.
Persoonlijke instellingen 3 92.
Achterruitsproeier
Hendel van u af duwen. Er wordt
sproeiervloeistof op de achterruit
gespoten en de ruitenwisser maakt
een paar slagen.
Sproeiervloeistof 3 158
Buitentemperatuur
Een dalende temperatuur wordt
onmiddellijk aangeduid, een stij‐
gende temperatuur met enige vertra‐
ging. Temperaturen onder 3 °C
verschijnen knipperend.
Graphic-Info-Display afgebeeld.
Colour-Info-Display afgebeeld.
Uplevel-display