176
Verzorging van de auto
Auto's met reservewiel
De krik, de wielboutsleutel, het
gereedschap en twee banden voor
het vastzetten van een beschadigd
wiel zitten in de gereedschapskist
onder de vloerafdekplaat van de
bagageruimte 3 56.
Velgen en banden
Conditie van banden en velgen
Zo langzaam mogelijk en onder een
rechte hoek over obstakels. Het rijden
over scherpe randen kan schade aan
banden en velgen tot gevolg hebben.
Banden niet tegen de stoeprand
klemmen.
De wielen regelmatig op beschadi‐
ging controleren. Bij beschadigingen
of abnormale slijtage de hulp van een
werkplaats inroepen.
Wij raden aan de voorwielen niet om
te wisselen met de achterwielen en
vice versa, om de rijstabiliteit te
behouden. Gebruik altijd minder
versleten banden op de achteras.
Winterbanden
Winterbanden verhogen de veiligheid
bij temperaturen onder 7 °C en
moeten daarom op alle wielen
worden gemonteerd.
Alle bandenmaten zijn toegestaan als
winterbanden 3 214.
Bandenmaat 185/60 R 15 is alleen
toegestaan als winterband.
De sticker met de maximumsnelheid
in overeenstemming met de geldende
wetgeving in uw land in het gezichts‐
veld van de bestuurder aanbrengen.
Aanduidingen op banden
Bijv. 195/55 R 16 95 H
195 : bandbreedte in mm
55 : hoogte-breedteverhouding
(bandhoogte t.o.v. band‐
breedte) in %
R
: type koordlagen: Radiaal
RF : type: RunFlat
16 : velgdiameter in inch
95 : kengetal voor draagvermogen,
95 komt bijv. overeen met
690 kg
H
: kenletter voor snelheid
Kenletter voor snelheid:
Q : Maximaal 160 km/u
S : Maximaal 180 km/u
T : Maximaal 190 km/u
H : Maximaal 210 km/u
V : Maximaal 240 km/u
W : Maximaal 270 km/u