186
Verzorging van de auto
12. Al het afdichtmiddel wordt in de
band gepompt. Daarna wordt de
band opgepompt.
13. De voorgeschreven bandenspan‐
ning moet binnen 10 min worden
bereikt.
Bandenspanning 3 214.
Schakel de compressor uit
wanneer de juiste bandenspan‐
ning is bereikt.
Als de voorgeschreven banden‐
spanning niet binnen 10 min wordt
bereikt, verwijder dan de banden‐
reparatieset. Verrijd de auto één
wielomwenteling. Sluit de
bandenreparatieset weer aan en
vervolg de vulprocedure 10 min.
Als de voorgeschreven banden‐
spanning nog steeds niet wordt
gehaald, dan is de band te ernstig
beschadigd. Roep de hulp in van
een werkplaats.
Laat eventueel de te hoge
bandenspanning af via de knop
boven op de manometer.
Afhankelijk van de versie zit de
knop mogelijk op de luchtslang.
Laat de compressor niet langer
dan 10 min werken.
14. Maak de bandenreparatieset los.
Druk het borglipje op de houder in
om de fles met afdichtmiddel uit
de houder te verwijderen. Schroef
de bandenvulslang op de vrije
aansluiting van de fles met
afdichtmiddel. Hierdoor wordt
voorkomen dat er afdichtmiddel
uit de fles stroomt. Berg de
bandenreparatieset in de bagage‐
ruimte op.
15. Verwijder vrijgekomen afdicht‐
middel met een doek.
16. Breng het op de fles met afdicht‐
middel aanwezige etiket met de
maximaal toelaatbare snelheid
aan in het gezichtsveld van de
bestuurder.
17. Zet de rit onmiddellijk voort, zodat
het afdichtmiddel zich gelijkmatig
in de band kan verspreiden. Stop
na ca. 10 km rijden (uiterlijk na
10 minuten) en controleer de
bandenspanning. Schroef hier‐
voor de luchtslang van de
compressor rechtstreeks op het
bandventiel en de compressor.