122
Rijden en bediening
Opwarmen van de turbomotor
Bij het starten is het mogelijk dat het
beschikbare motorkoppel gedurende
een korte tijd beperkt is, vooral
wanneer de motortemperatuur koud
is. Deze beperking is er om het
smeersysteem de motor volledig te
laten beschermen.
Uitrol-brandstofafsluiter
De brandstoftoevoer wordt automa‐
tisch afgesloten bij overtoeren, d.w.z.
bij het tijdens het rijden loslaten van
het gaspedaal met een ingescha‐
kelde versnelling.
Afhankelijk van de omstandigheden
wordt de uitrol-brandstofafsluiter
mogelijk uitgeschakeld.
Stop/Start-systeem
Het stop-startsysteem helpt brandstof
te besparen en uitlaatemissies te
beperken. Wanneer de omstandighe‐
den het toelaten, schakelt het de
motor uit van zodra de auto langzaam
rijdt of stilstaat, bv. aan een verkeers‐
licht of in een file.
Op auto's met handgeschakelde
versnellingsbak wordt de motor auto‐
matisch gestart zodra de koppeling
wordt ingetrapt.
Een accusensor zorgt ervoor dat een
Autostop alleen wordt uitgevoerd, als
de accu voldoende opgeladen is om
opnieuw te kunnen starten.
Activering
Het stop-startsysteem is beschikbaar
van zodra de motor is gestart, de auto
is vertrokken en er aan de hieronder
opgegeven omstandigheden voldaan
is.
Deactivering
Schakel het stop-startsysteem manu‐
eel uit door op eco te drukken. De
uitschakeling wordt aangeduid
wanneer de led in de knop uitgaat.
Autostop
Auto's met handgeschakelde
versnellingsbak:
Als de auto langzaam rijdt of stilstaat,
activeer dan een Autostop zoals hier‐
onder beschreven:
● Het koppelingspedaal intrappen.
● Zet de keuzehendel in neutraal.
● Laat het koppelingspedaal los.
De motor wordt uitgeschakeld terwijl
het contact aan blijft.