188
Verzorging van de auto
● Start de opgekrikte auto niet.
● Veeg de wielbouten voor het
aandraaien schoon en vet de
buitenkant van alle wielbouten
licht in met in de handel verkrijg‐
baar smeervet.
9 Waarschuwing
Breng geen smeervet aan op de
schroefdraad van de wielbout.
Kriksteunpunten
De getoonde kriksteunpunten gelden
bij het gebruik van opnamearmen en
kriks voor het vervangen van winter-/
zomerbanden.
De positie van de achterste krikarm,
recht onder de uitsparing in de dorpel.
De positie van de voorste krikarm aan
de onderzijde van de carrosserie.
Reservewiel
Het reservewiel kan afhankelijk van
de uitvoering en de landelijke bepa‐
lingen ook als compact reservewiel
(thuiskomer) worden aangemerkt. In
dit geval geldt er een toegestane
maximumsnelheid, ook al wordt dit
niet op een label op het reservewiel
aangegeven.
Slechts één compact reservewiel
monteren. Rijd niet sneller dan
80 km/u. Rijd langzaam in bochten.
Niet langdurig gebruiken.
Voorzichtig
Is het gemonteerde reservewiel
kleiner dan de andere wielen of
wordt het gebruikt in combinatie
met winterbanden, dan kunnen de
rijeigenschappen negatief worden
beïnvloed. Defecte band zo spoe‐
dig mogelijk laten vervangen.
Het reservewiel zit in een houder
onder de vloerplaat.