Gsc 10
De cadansgegevens van de GSC 10 worden
altijd opgenomen. Als er geen GSC 10 is
gekoppeld, wordt er gebruikgemaakt van
GPS-gegevens om de snelheid en afstand
te berekenen. De cadans is de pedaal- of
draaisnelheid. Deze wordt gemeten aan
de hand van het aantal draaiingen van de
krukarm per minuut (RPM). De GSC 10
beschikt over twee sensors: een voor de
cadans en een voor snelheid.
De fietssensor kalibreren
Voordat u de fietssensoropties kunt aanpassen,
dient u fietsen als sport in te stellen
(pagina
17).
U kunt uw fietssensor pas kalibreren als deze
op de juiste wijze is geïnstalleerd en bezig is
met het opnemen van gegevens.
Kalibratie van uw fietssensor is optioneel
en kan de nauwkeurigheid verbeteren.
Raadpleeg de documentatie van de fabrikant
voor instructies over het kalibreren van uw
fietssensor.
Forerunner 610 - gebruikershandleiding
> Stel in > Fietssensor >
1. Selecteer
Kalibratie.
2. Selecteer een optie:
•
Selecteer Auto als u de wielmaat met
GPS wilt bepalen.
Selecteer Handmatig als u de
•
wielmaat handmatig wilt invoeren.
Meer fietsopties
•
Cadanswaarschuwingen
•
Fietstraining
(pagina
•
Cadansgegevensvelden
De weegschaal gebruiken
Als u een met ANT+ compatibele weegschaal
hebt, kan de Forerunner de gegevens van de
weegschaal aflezen.
1. Selecteer LIGHT.
Wanneer de weegschaal is gevonden,
verschijnt een bericht.
2. Ga op de weegschaal staan.
ANT+-sensors
(pagina
9)
17)
(pagina
35)
23