nom. slagen 15 en 30 mm dezelfde draai-
hoek.
Elektrische eindschakelaars
De aandrijvingen worden indien gewenst
uitgevoerd met max. drie elektrische schake-
laars. Deze worden via traploos verstelbare
nokkenschijven geactiveerd. De motor
wordt via een krachtafhankelijke, vast inge-
stelde schakelaar in de aandrijfbehuizing
(1) uitgeschakeld.
Aandrijvingen met veerretour hebben
slechts één krachtafhankelijke schakelaar,
terwijl de veren (5.7, 5.8) de andere eind-
stand bepalen.
3
5.2
5.7
5.8
Fig. 2 ⋅ Schema
Constructie en werking
Voorrangschakeling
De uitvoering met klepstandsteller is op de
klemmen 82 en 83 voorzien van een voor-
rangschakeling; zie daarvoor par. 4.2.1.
Verwarming
Voor lage omgevingstemperaturen kan een
verwarming in het oliereservoir worden in-
gebouwd. De verwarming wordt via thermo-
staten bij olietemperaturen lager dan –10
°C ingeschakeld en bij temperaturen hoger
dan 0 °C uitgeschakeld. De elektrische aan-
sluiting wordt via de netaansluiting N en L
uitgevoerd. De verwarming is intern niet ge-
zekerd.
1
OPGELET!
Het deksel van de behuizing is met
6.4
verzegelde schroeven geborgd.
Alle onderdelen in de aandrijfbehui-
6.3
zing zijn onderhoudsvrij en mogen
niet worden versteld.
6.2
De behuizing mag alleen door de le-
6.1
verancier worden geopend.
5.1
1
Behuizing met olievulling
2
Cilinderbehuizing
2
3
Elektrische aansluitruimte
5.1 Cilinder
5.2 Stelzuiger
5.4 Koppeling
5.4
5.6 Membraanstang
5.7 Drukveer
5.8 Drukveer
6.1 Motor
6.2 Tandradpomp
5.6
6.3 Terugslagklep
6.4 Stuurventiel
7
EB 8340 NL