Inhoudsopgave
Advertenties
Instelling extra apparatuur
4.1.2 Uitvoering met mechanische
handbediening
1. Zwarte knop op de bovenzijde van de
behuizing indrukken.
2. M.b.v. een steeksleutel (SW24) tandheu-
geloverbrenging bedienen via het
aseind dat uit de behuizing steekt totdat
de gewenste slag is bereikt.
Zodra de knop niet meer wordt ingedrukt
volgt de aandrijving weer het signaal van
de regelaar.
Wanneer het regelventiel in de met de hand
ingestelde positie moet blijven staan dan
moet de scheidingsklem 81 worden ge-
opend, zoals in par. 4.1.1 beschreven.
Membraanstang
ingeschoven
100%
Slag
Membraanstang
uitgeschoven
0%
4
100%
Split-range bedrijf
Ventiel 1 en 2
in tegengesteld
bedrijf
0%
Fig. 9 ⋅ Karakteristieken
14
EB 8340 NL
< >
< <
20 mA
Gewenste waarde
< >
< <
1
2
4
12
20 mA
Dode
band
4.2 Instelling extra apparatuur
De aandrijvingen kunnen met verschillende
combinaties van extra apparatuur zijn uitge-
rust. Het is ook mogelijk naderhand modu-
les op te bouwen.
De maximaal mogelijke uitrusting is ver-
meld in de tabel hieronder.
Tabel extra apparatuur
Klepstandsteller
Standmelder
Potentiometer 1
Potentiometer 2
Elektr. eindsch. 1
Elektr. eindsch. 2
Elektr. eindsch. 3
Induct. eindsch. 1
Induct. eindsch. 2
1)
1000 Ω, voor standmelding voor klepstandstel-
ler/standmelder nodig.
4.2.1 Klepstandsteller
De aandrijving wordt door een gelijkstroom-
of gelijkspanningssignaal als stuurgrootheid
w aangestuurd.
Deze gewenste waarde, normaal gespro-
ken in een bereik van 4... 20 (0 ... 20) mA
of 2 ... 10 (0 ... 10) V moet aan de slag
van het regelventiel worden toegekend (fig.
9). In split-range bedrijf werken de regelven-
tielen met kleinere gewenste waarden.
Daarbij wordt het regelaarsignaal voor aan-
sturen van twee ventielen zodanig verdeeld
dat beide bij het halve ingangssignaal de
volledige slag doorlopen (bijv. eerste regel-
• •
• •
1)
1)
1)
1)
•
•
•
•
• • • •
• • • • • •
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
• •
•
•
•
•
Advertenties
Inhoudsopgave
