Inhoudsopgave
Advertenties
Controle en waarschuwingslampjes voor de bedrijfstoestanden van de hydraulische
5.1.10
installatie
5.1.10.1 Waarschuwingslampje hydraulische olietemperatuur
Als het waarschuwingslampje brandt, is de hydraulische olietemperatuur te hoog.
Er is sprake van een storing als:
1.
2.
3.
4.
5.
Verwarming, ventilatie en koelsysteem
5.1.11
De machine is standaard uitgerust met een verwarmingssysteem. De airconditioning is een speciale
uitvoering.
80
het waarschuwingslampje niet uitgaat nadat het contact een paar seconden
ingeschakeld is,
het waarschuwingslampje tijdens het gebruik van de machine brandt en er bovendien
een claxongeluid te horen is.
Stop direct, breng de machine in een veilige toestand en laat de machine bij gemiddeld
toerental stationair draaien.
Controleer het peil van de hydraulische olie. Schakel de hydraulische werkfuncties uit
en laat de machine stationair doordraaien, dieseltoerental 1200 omw./min. Schakel de
machine alleen uit als de temperatuur niet daalt (zie hoofdst. 9.4.6.1 "Hydraulische
oliepeil controleren", pagina 208).
Als het peil van de hydraulische olie in orde is, kunnen de hydraulische oliefilters of de
lamellen van de hydraulische oliekoeler vuil zijn.
Controleer de vervuilingsindicatoren van de hydraulische oliefilters (zie hoofdst. 9.4.6
"Hydraulische olie", pagina 207).
Hydraulische oliekoeler indien nodig reinigen.
Laat niet te verhelpen storingen in de vakgarage controleren en repareren.
Het verwarmingsvermogen hangt af van de koelmiddeltemperatuur. Het maximale
verwarmingsvermogen en het snel ontdooien van de ruiten is uitsluitend mogelijk als
de dieselmotor zijn bedrijfstemperatuur heeft bereikt.
De airconditioning werkt het meest effectief als de deurruit gesloten is. Als de cabine
echter heel warm geworden is, terwijl de machine stil staat, kan het afkoelingsproces
versneld worden door de deurruit even open te zetten.
Het ventilatiefilter zorgt ervoor dat verontreinigingen van de ventilatielucht ( bv. pollen
of stof) aanzienlijk worden gereduceerd resp. worden tegengehouden. Het
ventilatiefilter moet in de aangegeven intervallen worden gereinigd of vervangen.
De lucht die uit de uitstroomopeningen voor frisse lucht stroomt, ontsnapt door de
geopende ventilatiegleuven. Let erop dat deze geopende ventilatiespleten niet per
ongeluk worden afgesloten, bijvoorbeeld bij de voeten.
Als de airconditioning ingeschakeld is, wordt niet alleen de temperatuur, maar ook de
luchtvochtigheid in de cabine lager. Hierdoor wordt voorkomen dat de ruiten beslaan.
Als de buitenlucht erg vochtig is en de temperatuur van de buitenlucht hoog is, kan
condenswater van de verdamper van de airconditioning omlaag druppelen en
achteraan links onder de bestuurderscabine een waterplas vormen. Dit is normaal en
geen teken van lekkage.
Vertaling van de originele gebruikershandleiding
Opbouw en functie
V-MIX Drive
117013
Advertenties
Inhoudsopgave
