Ruitenwissers van de voorruit
De ruitenwisser en de automatische ruitensproeier van de voorruit worden via de draaischakelaar van de
combischakelaar aan- of uitgezet.
Interval-wissen
1.
Draai de draaischakelaar (2) in de pijlrichting (3) tot
in de positie "J".
Wissen
1.
Draai de draaischakelaar (2) in de pijlrichting (1) tot
in de positie "I" of de positie "II".
Positie "I": met normale snelheid wissen.
Positie "II": met snelle snelheid wissen.
Automatische ruitensproeier
1.
Beweeg de draaischakelaar (2) in de pijlrichting (4)
en houd deze daar vast.
De ruitensproeier werkt meteen, terwijl de
ruitenwissers iets later beginnen te wissen.
2.
Laat de draaischakelaar (2) weer los.
De ruitenwissers werken dan nog ca. 5 seconden.
Ruitenwissers uitschakelen
1.
Draai de draaischakelaar (2) in de oorspronkelijke
stand "0".
Ruitenwisser van de zijruit
Ruitenwissers inschakelen
1.
Tuimelschakelaar in stand (3) zetten.
Ruitenwissers en ruitensproeiervloeistof spuiten
inschakelen
1.
Tuimelschakelaar in stand (1) zetten.
Ruitenwissers en ruitensproeiervloeistof spuiten
uitschakelen
1.
Tuimelschakelaar in stand (2) zetten.
134
Vertaling van de originele gebruikershandleiding
1
4
Afb. 5-108: Combischakelaar
Afb. 5-109: Tuimelschakelaar ruitenwissers zijruit
Opbouw en functie
2
3
1
2
3
V-MIX Drive
117013