Reiniging, onderhoud en reparatie
Ventilatieomkering (optioneel)
9.4.8
1.
Druk op de schakelaar (1).
Het waaierblad verandert van draairichting en
blaast zodoende de lucht in plaats van deze aan te
zuigen.
Hierdoor worden de lamellen en het
ventilatierooster schoon geblazen.
Zie voor wijzigingen van de bijbehorende
parameters hoofdstuk 5.1.14.4.1.2.3 "Automatische
ventilatie-omkering (optioneel)", pagina 104.
De knop brandt groen.
2.
Druk opnieuw op de knop (1) om de ventilator uit te
schakelen.
De knop brandt wit.
Om een ideaal rendement te behalen, moet het dieseltoerental worden verhoogd terwijl de
ventilator omgekeerd draait.
Als er geen ventilatieomkering aanwezig is, moeten het ventilatierooster en de lamellen van
de radiateur worden schoon geblazen.
Ruitensproeier en ruitenwissers
9.4.9
9.4.9.1
Water voor de ruitensproeier bijvullen
Functiestoringen van de ruitensproeier!
LET OP
Het reservoir voor de ruitensproeiervloeistof bevindt zich
links achteraan links achter de bestuurdersstoel onder
een afdekking (2).
1.
Open het deksel (1) van de vulopening voor de
ruitensproeiervloeistof.
2.
Vul de tank met geschikte ruitensproeiervloeistof.
3.
Sluit het deksel (1) weer goed.
V-MIX Drive
117013
Meng de ruitensproeiervloeistof altijd met een ruitschoonmaakmiddel. Helder water is
niet voldoende om de ruiten intensief te reinigen.
Controleer het peil van de ruitensproeiervloeistof bij elke tankbeurt.
Gebruik in de handel verkrijgbare ruitensproeiervloeistof. Deze vloeistof heeft een
sterke reinigingskracht, bevat bovendien antivries en kan daarom het hele jaar door
gebruikt worden.
Voeg bij de ruitensproeiervloeistof nooit antivries voor de radiateur of andere
additieven.
Gebruik uitsluitend ruitenreinigers met een aandeel water. Bij andere reinigers of bij
zeepoplossingen kunnen de minuscule openingen van de ruitensproeier verstopt
raken.
Vertaling van de originele gebruikershandleiding
1
Afb. 9-47: Ventilatie-omkering
Afb. 9-48: Ruitensproeiervloeistoftank
1
2
215