9.1
Reinigen
Reinigen met een hogedrukreiniger of stoomreiniger
Bij het gebruik van een hogedrukreiniger/stoomreiniger moeten de volgende punten altijd in
acht worden genomen:
176
Controleer dagelijks de vervuiling aan de machine, voornamelijk aan koeler, motor en
motorkap.
Verwijder eventuele voerresten en stofafzettingen van de koeler, motor en de motorkap
(brandgevaar).
Reinig de vervuilde machine grondig. Vuil trekt vocht aan en leidt tot roestvorming.
Smeer de machine na de reiniging, vooral na het reinigen met een hogedrukreiniger of
stoomreiniger of vetoplossende middelen.
Neem de wettelijke voorschriften voor de omgang met reinigingsmiddelen en voor de
afvalverwijdering van deze middelen in acht.
Werk eventuele lakschade bij.
Let op de rem-, lucht- en hydraulische slangleidingen.
Behandel rem-, lucht- en hydraulische slangleidingen nooit met benzine, benzol,
petroleum of minerale olie.
reinig geen elektrische componenten, zoals bv. weegcomputer, verdeelbox,
weegstaven, bedieningsconsole, camerasysteemcomponenten,
reinig geen verchroomde componenten,
richt de reinigingsstraal van de hogedrukreiniger/stoomreiniger nooit direct op smeer-
en lagerpunten, sensoren of elektrische componenten,
houd altijd een minimale afstand van 300 mm tussen de reinigingsmondstukken van de
hogedrukreiniger- resp. stoomreiniger en de machine aan,
neem de veiligheidsbepalingen voor de omgang met hogedrukreinigers in acht.
Werkzaamheden onder de uitkuilarm mogen alleen bij aangebrachte steun uitgevoerd
worden.
Vertaling van de originele gebruikershandleiding
Reiniging, onderhoud en reparatie
V-MIX Drive
117013