Opmerking Raadpleeg de documentatie bij de firewall om na te gaan hoe u de
poortinstellingen van de firewall moet configureren en hoe u HP-bestanden aan de
lijst met vertrouwde bestanden kunt toevoegen.
Opmerking Sommige firewalls blijven storen, zelfs nadat u ze uitschakelt. Als u
problemen blijft ondervinden nadat u de firewall hebt geconfigureerd zoals hierboven
staat beschreven en als u een computer gebruikt met Windows, moet u mogelijk de
installatie van de firewall-software ongedaan maken om het apparaat op het netwerk
te gebruiken.
Geavanceerde firewall-informatie
De volgende onderdelen worden ook gebruikt door uw HP-apparaat en moeten mogelijk
worden geopend op de configuratie van uw firewall. Inkomende poorten (UDP) zijn
bestemmingpoorten op de computer terwijl uitgaande poorten (TCP) bestemmingpoorten
op het HP-apparaat zijn.
•
Inkomende (UDP-) poorten: 137, 138, 161, 427
•
Uitgaande (TCP-) poorten: 137, 139, 427,9100, 9220, 9500
De poorten worden gebruikt voor:
Afdrukken
•
UDP-poorten: 427, 137, 161
•
TCP-poort: 9100
Uploaden fotokaart
•
UDP-poorten: 137, 138, 427
•
TCP-poort: 139
Scannen
•
UDP-poort: 427
•
TCP-poorten: 9220, 9500
HP-apparaatstatus
UDP-poort: 161
Faxen
•
UDP-poort: 427
•
TCP-poort: 9220
HP-apparaatinstallatie
UDP-poort: 427
De software verwijderen en opnieuw installeren
U moet de software mogelijk verwijderen en opnieuw installeren als de installatie
onvolledig is of als u de USB-kabel op de computer hebt aangesloten voordat er een
De software verwijderen en opnieuw installeren
45