Hoofdstuk 4
Oplossing 6: verwijder alle geannuleerde afdruktaken uit de wachtrij
Oplossing: Een afdruktaak is mogelijk in de wachtrij blijven staan nadat de taak is
geannuleerd. Door de geannuleerde taak loopt de wachtrij vast, waardoor de
volgende afdruktaak niet kan worden afgedrukt.
Open op de computer de printermap en kijk of de geannuleerde taak in de
afdrukwachtrij blijft staan. Probeer de taak uit de wachtrij te verwijderen. Als de
afdruktaak in de wachtrij blijft staan, hebt u nog twee mogelijkheden:
•
Maak de USB-kabel los van het apparaat, start de computer opnieuw op en sluit
de USB-kabel weer aan op het apparaat.
•
Schakel het apparaat uit, start de computer opnieuw op en schakel het apparaat
weer in.
Oorzaak: Er bevond zich nog een verwijderde afdruktaak in de wachtrij.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 7: verhelp de papierstoring
Oplossing: Verhelp de papierstoring en verwijder eventueel gescheurd papier dat
in het apparaat is achtergebleven.
Meer informatie vindt u in:
Papierstoringen oplossen
Oorzaak: Het papier in het apparaat is vastgelopen.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 8: controleer of de wagen met de printcartridges vrij kan bewegen
Oplossing: Koppel het netsnoer los als dit nog niet was losgekoppeld. Controleer
of de wagen met de printcartridges vrij kan bewegen van de ene zijde van de printer
naar de andere. Probeer de wagen niet te forceren indien deze ergens vastzit.
Let op Zorg ervoor dat u de printerwagen niet forceert. Indien de wagen vastzit,
kunt u de printer beschadigen door de wagen te forceren.
Oorzaak: De wagen met printcartridges was vastgelopen.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 9: controleer de verbinding van het apparaat met de computer
Oplossing: Controleer de verbinding van de printer met de computer. Controleer
of de USB-kabel goed is aangesloten op de USB-poort aan de achterzijde van het
apparaat. Controleer of de andere kant van de USB-kabel is aangesloten op een
USB-poort van uw computer. Als de kabel goed is aangesloten, schakelt u het
apparaat uit en weer in. Als het apparaat op de computer is aangesloten via een
draadnetwerk, controleer dan of de respectieve verbindingen actief zijn en het
apparaat is ingeschakeld.
66
Onderhoud en problemen oplossen