Hoofdstuk 3
Printer aansluiten (onder Windows 7)
1. Plaats de installatie-cd in het cd-rom-station. Het cd-menu wordt nu automatisch
geopend. Als het cd-menu niet automatisch wordt geopend, dubbelklikt u op het
installatiepictogram op de installatie-cd.
2. Open het menu CD, klik een installatieoptie aan en volg de aanwijzingen op het
scherm.
Opmerking U kunt het apparaat ook delen met andere computers door middel van
een eenvoudig type netwerk dat een lokaal gedeeld netwerk wordt genoemd.
Raadpleeg Het apparaat delen in een lokaal gedeeld netwerk voor meer informatie.
Het apparaat delen in een lokaal gedeeld netwerk
In een lokaal gedeeld netwerk is het apparaat rechtstreeks aangesloten op de USB-poort
van een geselecteerde computer (de server) en wordt het gedeeld door andere
computers (clients).
Opmerking Wanneer u een rechtstreeks aangesloten apparaat deelt, moet u de
computer met de hoogste versie van het besturingssysteem als server gebruiken.
Gebruik deze configuratie uitsluitend voor kleine groepen of bij een beperkt gebruik.
De aangesloten computer gaat trager werken als veel gebruikers op het apparaat
afdrukken.
1. Klik op Start, en vervolgens op Printers of Printers en faxapparaten.
-of-
Klik op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op Printers.
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het apparaat, klik op
Eigenschappen en klik dan op het tabblad Delen.
3. Klik op de optie voor het delen van het apparaat en geef een gedeelde naam op.
Netwerkverbinding
Als het apparaat netwerkmogelijkheden heeft, kan het worden gedeeld in een
netwerkomgeving door het rechtstreeks aan te sluiten op het netwerk. Dit type verbinding
heeft als voordeel dat het apparaat via de ingesloten webserver kan worden beheerd
vanaf elke computer binnen het netwerk.
Opmerking Microsoft Internet Explorer 6.0 of hoger moet op het computersysteem
zijn geïnstalleerd om het installatieprogramma te kunnen uitvoeren.
40
Configureren en beheren