•
Haal printcartridges pas uit de originele luchtdichte verpakking als u ze nodig hebt.
•
Bewaar de printcartridges in dezelfde richting als waarin de verpakkingen in de winkel
hangen of, als ze uit de doos zijn, met het label omlaag.
•
Schakel de HP-printer uit door op de knop Voeding op het apparaat te drukken.
Wacht tot het lampje Voeding uitgaat voor u de stekker loskoppelt of een
wandschakelaar omzet. Als de HP-printer verkeerd is uitgeschakeld, wordt de wagen
met printcartridges mogelijk niet op juiste positie teruggezet en dit kan problemen met
de printcartridges en de afdrukkwaliteit veroorzaken.
•
Bewaar printcartridges bij kamertemperatuur (15 - 35 °C of 59 - 95 °F).
•
U hoeft de cartridges pas te vervangen als de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt,
maar een aanzienlijke afname van de afdrukwaliteit kan het gevolg zijn van een of
meerdere lege cartridges. Het kan ook het gevolg zijn van een verstopte printkop.
Mogelijke oplossingen zijn het controleren van de geschatte inktniveaus in de
cartridges en het reinigen van de printkop. Het reinigen van de printkop verbruikt
enige inkt.
•
Maak de printkop alleen schoon als dat nodig is. U verspilt zo geen inkt en de
printcartridges hebben een langere levensduur.
•
Hanteer de inktcartridges met de nodige voorzichtigheid. Door de printcartridges
tijdens de installatie te laten vallen, te schudden of ruw te behandelen, kunnen
tijdelijke afdrukproblemen ontstaan.
•
Als u het apparaat vervoert, doet u het volgende om te voorkomen dat er inkt uit de
printkoppen lekt of dat het apparaat beschadigd raakt:
◦
Schakel het apparaat uit door op de knop
moeten aan de rechterkant van het apparaat in het onderhoudsstation worden
geplaatst.
◦
Zorg ervoor dat u de printcartridges en de printkop op hun plaats houdt.
◦
Het apparaat moet vlak worden getransporteerd, het mag niet op zijn zijkant,
achterkant, voorkant of bovenkant worden geplaatst.
Verwante onderwerpen
•
De geschatte inktniveaus bekijken
•
reinig de printkop
De geschatte inktniveaus bekijken
U kunt de geschatte inktniveaus controleren vanuit het HP Solution Center, Werkset
(Windows), het HP Hulpprogramma (Mac OS X) of de geïntegreerde webserver. Zie
Beheertools voor het apparaat gebruikenvoor informatie over het gebruik van deze tools.
U kunt de Printerstatuspagina ook afdrukken om deze informatie te bekijken (zie De
printerstatuspagina begrijpen).
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden
uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een waarschuwing voor
een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een vervangende cartridge klaar te
houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de cartridges pas te
vervangen als de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt.
(Aan/uit) te drukken. De printkoppen
Werken met inktcartridges
49