Hoofdstuk 4
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
•
Oplossing 1: schakel het apparaat aan
•
Oplossing 2: plaats papier in de invoerlade
•
Oplossing 3: selecteer de juiste printer
•
Oplossing 4: controleer de status van de printerdriver
•
Oplossing 5: wacht tot het apparaat de huidige bewerking heeft voltooid
•
Oplossing 6: verwijder alle geannuleerde afdruktaken uit de wachtrij
•
Oplossing 7: verhelp de papierstoring
•
Oplossing 8: controleer of de wagen met de printcartridges vrij kan bewegen
•
Oplossing 9: controleer de verbinding van het apparaat met de computer
•
Oplossing 10: start het apparaat opnieuw op
Oplossing 1: schakel het apparaat aan
Oplossing: Bekijk het lampje Voeding op het apparaat. Als dit niet brandt, is het
apparaat uitgeschakeld. Zorg dat het netsnoer stevig is aangesloten op de printer en
in een stopcontact gestoken is. Druk op de knop Voeding om het apparaat in te
schakelen.
Oorzaak: Het apparaat was uitgeschakeld.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: plaats papier in de invoerlade
Oplossing: Plaats papier in de invoerlade.
Meer informatie vindt u in:
Afdrukmateriaal laden
Oorzaak: Er was geen papier meer in het apparaat.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: selecteer de juiste printer
Oplossing: Controleer of u de juiste printer in uw softwaretoepassing hebt
geselecteerd.
Tip U kunt het apparaat instellen als de standaardprinter om ervoor te zorgen
dat de printer automatisch wordt geselecteerd wanneer u Afdrukken selecteert
in het menu Bestand van de verschillende softwaretoepassingen.
Oorzaak: Het apparaat was niet de geselecteerde printer.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
68
Onderhoud en problemen oplossen