Bediening
Voorbeeld: u heeft een functie en de
nodige instellingen gekozen, zoals bijv.
een temperatuur.
U wilt de functie
reiding uitschakelen.
Kies de sensortoets .
Kies
Booster
|
Uit
Bevestig met OK.
De functie
Booster
fase uitgeschakeld. Alleen de verwar-
mingselementen die bij de functie ho-
ren, verwarmen de oven voor.
Voorverwarmen
U hoeft de ovenruimte slechts bij weinig
bereidingen voor te verwarmen.
De meeste gerechten kunt u in de kou-
de ovenruimte zetten. Zo benut u ook
de warmte van de opwarmfase.
Als u een bereidingstijd heeft inge-
steld, begint deze pas af te lopen als
de ingestelde temperatuur is bereikt
en u het gerecht in de ovenruimte
heeft geplaatst.
Start de bereiding meteen zonder het
startpunt te verschuiven.
De functie
Voorverwarmen
functie
Magnetron
baar.
56
Booster
voor deze be-
.
is tijdens de opwarm-
is bij de
niet beschik-
Voorverwarmen inschakelen
De functie
Voorverwarmen
functie gebruikt worden en moet voor
elke bereiding apart worden ingescha-
keld.
Voorbeeld: u heeft een functie en de
nodige instellingen gekozen, zoals bijv.
een temperatuur.
U wilt de functie
ze bereiding inschakelen.
Kies de sensortoets .
Kies
Voorverwarmen
Bevestig met OK.
De melding
Plaats het gerecht in de oven
verschijnt met een tijd. De oven
om
wordt voorverwarmd op de ingestelde
temperatuur.
Plaats het gerecht in de oven zodra u
dit gevraagd wordt.
Bevestig met OK.
kan bij elke
Voorverwarmen
voor de-
|
Aan
.