ZEKERINGEN
(2/3)
Raadpleeg de sticker met de verklaring van
de zekeringen in de opbergruimte A, B of C.
Bepaalde zekeringen moeten door een
vakman worden vervangen. Deze zekerin-
gen vindt u niet op de sticker.
U mag enkel werkzaamheden uitvoeren aan
de zekeringen die zijn aangegeven op de
sticker.
Controleer de betreffende ze-
kering en vervang hem, indien
nodig, door een zekering met
hetzelfde amperage als de
oorspronkelijke zekering.
Door een te sterke zekering kan de be-
drading te heet worden en kan brand
ontstaan als een elektrisch orgaan door
een storing te veel stroom verbruikt.
Tangetje 1
Maak de zekering los met behulp van het
tangetje 1 dat zich op de zekeringenplaat
bevindt.
U kunt de zekering uit het tangetje schuiven.
Gebruik niet de ongebruikte plaatsen op de
zekeringplaat om reservezekeringen in te
steken.
Raak de kabelbundels en de stekkers
niet aan.
1
5.27