ACTIEVE NOODSTOP
3
4
Inschakelen, uitschakelen van
het systeem
Voor auto's met een navigatiesysteem
Kies op het multimediascherm 3 het menu
"Voertuig", "Hulp bij het rijden", "Actief
remmen" en kies dan "ON" of "OFF".
Om meteen naar het menu "Hulp bij het
rijden" te gaan, drukt u op de toets 4
.
(2/4)
Voor auto's zonder navigatiesysteem
– druk bij stilstaande auto lang op de scha-
kelaar 5 OK om naar het menu met de
instellingen te gaan;
– schakel 6 zolang omhoog of omlaag tot
u bij het menu "Hulp bij het rijden" komt.
Druk op de schakelaar 5 OK;
– druk de schakelaar 6 achtereenvolgens
omhoog of omlaag tot u bij het menu
"Actief remmen" komt en druk op de
schakelaar 5 OK.
Druk opnieuw op de schakelaar 5 OK om de
functie te in of uit te schakelen:
=
functie ingeschakeld
<
functie uitgeschakeld
5
als het systeem wordt uitgeschakeld, gaat
6
het waarschuwingslampje
instrumentenpaneel branden. Het systeem
wordt opnieuw ingeschakeld telkens het
contact wordt aangezet.
Omstandigheden waarin het systeem
niet werkt
Het systeem wordt niet geactiveerd:
– wanneer de versnellingshendel in neu-
trale stand of neutraal staat;
– wanneer de handrem is ingeschakeld;
– in een bocht;
– voor auto's met vierwielaandrijving,
als het elektronische stabiliteitspro-
gramma (ESC) ESC met onderstuur-
en tractiecontrole is uitgeschakeld (zie
"Elektronisch stabiliteitsprogramma
(ESC) ESC met onderstuur- en tractie-
controle" hierboven). Het controlelampje
licht op.
op het
2.39