RUITENWISSER, -SPROEIER VOOR
Bijzondere stand van
de ruitenwisser voor
(onderhoudsstand)
In deze stand kunnen de bladen worden op-
getild om ze van de voorruit te verwijderen.
Dit kan nuttig zijn:
– om de bladen te reinigen;
– om de bladen van de voorruit los te
maken in winterse weersomstandighe-
den;
– om de bladen te vervangen (raadpleeg
paragraaf "Ruitenwisserbladen" in hoofd-
stuk 5).
Zet met contact aan en stilstaande motor de
schakelaar voor de ruitenwissers helemaal
naar beneden (stand snel continu wissen),
de ruitenwisserbladen stoppen in een stand
waarbij de motorkap vrij is.
Om de bladen terug te plaatsen, gaat u na
of de bladen correct zijn neergeklapt op
de voorruit en zet u de schakelaar met het
contact aan vervolgens in de stand B (stop).
Voordat u het contact aanzet, moet u de
ruitenwissers op de voorruit zetten. Anders
kunnen de motorkap of de wissers bescha-
digd raken wanneer deze worden ingescha-
keld.
1.94
(4/6)
Opmerking: Om de bladen na vervanging
correct terug te plaatsen, moeten de bladen
op de voorruit rusten. Zet het contact aan en
beweeg de schakelaar van de ruitenwisser.
Als er vuil op de voorruit zit (zoals stof,
sneeuw, ijs), reinigt u de voorruit (inclu-
sief de centrale zone achter de binnen-
spiegel) voordat u de ruitenwissers in-
schakelt (risico op oververhitting van de
motor).
Als een obstakel de beweging van een
blad verhindert, kan dat blad stoppen
met wissen. Verwijder het obstakel en
schakel de ruitenwisser opnieuw in met
de ruitenwisserschakelaar.
1
Voordat u iets aan de voorruit
doet (wassen van de auto, on-
tdooien, reinigen van de voor-
ruit enz.) moet u de schake-
laar 1 in stand B (uit) zetten.
Risico op letsel en/of schade.
A
B