WAARSCHUWING SNELHEIDSVERKLIKKER
2
3
Inschakelen/uitschakelen van
het systeem
Auto's met een navigatiesysteem
Kies op het multimediascherm 2 het menu
"Voertuig", "Rijhulpsystemen", "Instellingen
berichtsignaal snelheid" en kies daarna
"ON" of "OFF".
Om direct naar het menu "Hulp bij het
rijden" te gaan, drukt u op de toets 3
.
(2/3)
a
4
b
Als de functie is ingeschakeld en de plaat-
selijke wetgeving dit toestaat, kunt u de
"gevaarlijke zones" instellen. Het systeem
vertelt u hoe ver u van deze zone bent ver-
wijderd en zodra u deze zone inrijdt.
Auto's zonder navigatiesysteem
– Druk bij stilstaande auto lang op de scha-
kelaar 5 OK om naar het menu met de
instellingen te gaan;
– druk de schakelaar 6 herhaaldelijk
omhoog of omlaag tot u het menu "Aides
à la conduite" bereikt. Druk op de schake-
laar 5 OK;
– druk de schakelaar 6 achtereenvolgens
omhoog of omlaag tot u bij het menu
"Waarschuwing voor snelheid" komt en
druk op de schakelaar 5 OK.
– Druk op OK om de functie te activeren of
te deactiveren.
5
6
Verandering van de ingestelde
maximumsnelheid
Als de ingestelde snelheid van de snelheids-
begrenzer verschilt van de gedetecteerde
snelheid, drukt u lang op de schakelaar 4:
– aan kant a (+) om de ingestelde snelheid
te verhogen tot de gedetecteerde snel-
heid;
– aan kant b (-) om de ingestelde snelheid
te verlagen tot de gedetecteerde snel-
heid.
2.57