DE STOP AND START
Bijzonderheid van het automatisch weer
starten van de motor
Onder bepaalde omstandigheden kan de
motor vanzelf weer starten om uw veiligheid
en uw comfort te waarborgen.
Dat kan zich met name voordoen wanneer:
– de buitentemperatuur is te hoog of te
laag;
– de functie "helder zicht" is ingeschakeld
(zie "Automatische airconditioning" in
hoofdstuk 3);
– de accu onvoldoende geladen is;
– de rijsnelheid van de auto hoger is dan
5 km/u (bij afdalen);
– het rempedaal herhaaldelijk wordt inge-
drukt of er vaak wordt geremd;
– ...
2.10
-functie (4/4)
Inschakelen, uitschakelen van
de functie
Druk de schakelaar 1 in om de functie uit te
schakelen. De boodschap "Stop & Start uit-
geschakeld" verschijnt op het instrumenten-
paneel en het controlelampje 2 in de scha-
kelaar licht op. Met nog een keer indrukken
schakelt het systeem weer in. De boodschap
"Stop & Start actief" verschijnt op het instru-
mentenpaneel en het controlelampje 2in de
schakelaar 1 dooft.
Bijzonderheid: als de motor op stand-by
staat en op de schakelaar 1 wordt ge-
drukt, wordt de motor automatisch op-
nieuw gestart.
Het systeem wordt automatisch weer inge-
schakeld bij elke vrijwillige start van de auto
(raadpleeg de paragraaf "Starten, stoppen
van de motor" in hoofdstuk 2).
Storingen
Wanneer de boodschap "Stop & Start con-
troleren" op het instrumentenpaneel ver-
1
schijnt en tegelijkertijd het controlelampje 2
in de schakelaar 1 oplicht, wordt het sys-
teem uitgeschakeld.
Raadpleeg een merkdealer.
2
Speciaal kenmerk bij auto's met een
sleutel: in sommige omstandigheden
wordt het automatisch opnieuw starten
van de motor verhinderd als een voor-
portier is geopend.
Voordat u uit de auto stapt,
moet u het contact uitzetten
(zie "De motor starten en stop-
pen" in hoofdstuk 2).