Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Werking van de Begeleide componenttests

Profiel aanpassen

De vooraf geconfigureerde meter kan zonder aanpassingen worden gebruikt voor het uitvoeren
van de meeste testen. In bepaalde gevallen wilt u echter de meter misschien aanpassen om een
beter beeld van de circuitactiviteit vast te leggen. Dit doet u door de knop Profiel te selecteren op
de werkbalk.
z
Het profiel aanpassen:
1. Selecteer Profiel op de werkbalk.
Het venster Profiel wordt geopend onder het hoofdgedeelte van het scherm.
2. Gebruik het aanraakscherm of de knoppen om het profiel aan te passen:
3. Tik als u klaar bent met aanpassen op Profiel op de werkbalk of druk op N/X om de werkbalk
weer focus te geven.
Meer informatie over het aanpassen van hoe een gesampled signaal op het scherm wordt
weergeven, vindt u in Trace-regelingen‚ op pagina 94.
Profiel: schakelt de trace aan of uit.
Sonde: geeft het type testsonde dat wordt gebruikt.
Piek: maximaliseert de signaalsamplefrequentie voor het vastleggen van snelle
voorvallen zoals stroompieken en storingen .
Filter: verwijdert ruis en interferentie uit de trace.
Omvormen: wisselt de polariteit van het weergegeven signaal.
AC-koppeling: blokkeert het gelijkstroomgedeelte van een ingangssignaal om het
wisselstroomgedeelte te kunnen versterken.
Schaal: past de totaalwaarde aan die wordt weergegeven op de verticale as van het
scherm.
Trigger: schakelt triggeren aan of uit en bepaalt welke flank van de trace zal triggeren.
Afbeelding 8-6 Voorbeeld van venster Profiel
86
Werking

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave