Scanner
Over geactiveerde triggers
Een trigger wordt geactiveerd (rode vlag verschijnt)
ondergrens raakt (triggerpunt).
Wanneer een trigger wordt geactiveerd:
Gegevensverzameling wordt kort onderbroken terwijl de Scanner een opname vastlegt van
•
alle beschikbare PID gegevens, en deze opslaat als een gegevensbestand.
Een grijze cursorlijn verschijnt om het punt aan te geven waar de gegevens zijn onderbroken
•
of opgeslagen.
Een hoorbaar alarm weerklinkt
•
Er verschijnt het bericht dat een gegevensbestand werd opgeslagen.
•
Gegevensverzameling wordt hervat.
•
De geactiveerde PID-trigger wordt uitgeschakeld. Opmerking - als hierna een andere
•
PID-trigger wordt geactiveerd, zal een aanvullend gegevensbestand worden gemaakt.
Een rode cursorlijn wordt weergegeven in de grafiek van de parameter met de geactiveerde
•
trigger, om aan te geven waar de trigger werd geactiveerd. Een groene cursorlijn wordt
weergegeven in alle andere PID grafieken om hun relatie aan te geven tot het punt waar de
trigger werd geactiveerd.
wanneer een parameter een boven-/
Afbeelding 4-47
51
Gegevens inzien en opslaan (PID's)