Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Basisbediening Van De Scanner (Snelle Start); Voertuigidentificatie - Snap-On Triton D8 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Scanner

4.1.5 Basisbediening van de Scanner (snelle start)

Deze paragraaf geeft de basisstappen weer van de bediening van de scanner en is slechts
bedoeld als snelzoekgids. Volg de verwijzingen in deze paragraaf voor gedetailleerdere informatie
over de bediening.
z
Starten (basisstappen)
NOOT:
i
Menu's, opties en procedures kunnen variëren per voertuig. De volgende instructies gelden voor
de meeste OBD-II voertuigen. Niet alle voertuigen ondersteunen de Automatische Identificatie
(Auto ID) en/of Instant ID optie.
1. Schakel de contactschakelaar van het voertuig in.
2. Sluit de datakabel aan op de DLC van het voertuig. Zie
Voertuigen), op pagina 14.
Het diagnose-instrument zal automatisch inschakelen wanneer het wordt verbonden met het
voertuig.
3. Selecteer Scanner in het beginscherm.
NOOT:
i
Er worden instructies weergegeven op het scherm voor het aansluiten van de kabel tijdens het
gebruik van de functie Scanner en de functie OBD-II/EOBD. Deze instructies omvatten mogelijk
ook de locatie van de voertuig-DLC.
4. Afhankelijk van het voertuig kan de ID onmiddellijk plaatsvinden. Zie
voor meer informatie.
5. Als Instant ID niet wordt ondersteund, selecteer dan het merk van het voertuig (en bouwjaar,
indien nodig), kies Automatische ID of Handmatige ID en voer de voertuiginformatie in bij de
aanwijzingen op het scherm om verder te gaan. Zie Voertuigidentificatie, op pagina 18.
Wanneer Automatische ID is geselecteerd, wordt het identificatieproces automatisch voltooid
(indien ondersteund door het voertuig).
6. Selecteer een Voertuig Systeem (bijv. Motor, Transmissie).
7. Selecteer een test/functie van het voertuigsysteem (bijv. Code menu) om uit te voeren.
Zie

4.1.6 Voertuigidentificatie

Het voertuig moet correct worden geïdentificeerd, zodat het diagnose-instrument kan
communiceren en gegevens correct kan weergeven. De menu's en de navigatie variëren
afhankelijk van het voertuig.
Afhankelijk van het voertuig, kan het voertuigidentificatieproces handmatige invoer van de
voertuiginformatie vereisen of deze informatie automatisch invullen. De volgende drie Scanner-
functies zijn beschikbaar voor het identificeren van het voertuig:
Instant ID - voltooit automatisch het identificatieproces na communicatie tussen diagnose-
instrument en het voertuig met behulp van OBD-II VIN mode $09. Voor Instant ID is bepaalde
ondersteuning van het voertuig en zijn bepaalde procedures nodig. Zie
voor meer informatie.
Automatische identificatie - het identificatieproces wordt automatisch voltooid nadat het
voertuigmerk en het jaar handmatig zijn ingevoerd.
Handmatige identificatie - alle vereiste criteria voor voertuigidentificatie kunnen handmatig
worden ingevoerd.
Menuopties in het
systeemmenu, op pagina 23.
Datakabelverbinding (OBD-II/EOBD
18
Basisbediening
Instant
ID, op pagina 21
Instant
ID, op pagina 21

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave