Rijden en bediening
Rijtips ........................................... 81
Starten en bediening ................... 81
Remmen ...................................... 90
Brandstof ..................................... 96
Trekken ...................................... 100
Rijtips
Controle over de auto
Nooit laten vrijlopen wanneer de
motor niet draait (uitgezonderd
tijdens Autostop)
Veel systemen werken dan niet meer
(bijv. rembekrachtiger, stuurbekrach-
tiging). Als u op deze manier rijdt,
brengt u uzelf en anderen in gevaar.
Alle systemen werken tijdens een
Autostop, maar er is een gecontro-
leerde vermindering in de stuurbe-
krachtiging en de voertuigsnelheid is
verlaagd.
Stop/Start-systeem 3 83.
Pedalen
Om de pedalen ongehinderd te kun-
nen bedienen geen matten onder de
pedalen leggen.
Rijden en bediening
Starten en bediening
Nieuwe auto inrijden
Tijdens de eerste ritten niet onnodig
hard remmen.
Tijdens de eerste rit kan er rookont-
wikkeling optreden door het verdam-
pen van was en olie op het uitlaatsys-
teem. Na de eerste rit de auto enige
tijd buiten parkeren en inademen van
de dampen vermijden.
Gedurende de inrijperiode kunnen
het brandstof- en motorolieverbruik
hoger zijn en wordt het roetfilter wel-
licht vaker geregenereerd. Autostop
wordt mogelijk uitgeschakeld om de
accu te kunnen laden.
Roetfilter 3 85.
81