Koplampverstelling
Handmatige koplampverstelling
Koplampreikwijdte aan de belading
van de auto aanpassen om verblin‐
ding te voorkomen: Druk op de knop‐
pen À of Á totdat de gewenste in‐
stelling op het Driver Information Cen‐
tre verschijnt.
0 = Zitplaatsen voorin bezet
1 = Alle zitplaatsen bezet
2 = Alle zitplaatsen bezet en ba‐
gage in de bagageruimte
3 = Bestuurdersstoel bezet en ba‐
gage in de bagageruimte
Koplampinstelling in het
buitenland
Het asymmetrische dimlicht biedt
meer zicht op de rand van de weg aan
de passagierskant.
Stel bij het rijden in landen met links‐
rijdend verkeer de koplampen bij om
tegenliggers niet te verblinden.
Koplampen door een werkplaats la‐
ten bijstellen.
Dagrijlicht
Dagrijlichten maken de auto overdag
beter zichtbaar.
Wanneer het contact ingeschakeld is,
gaan de koplampen branden en
wordt de verlichting van de instru‐
mentengroep gedimd.
Bij het uitschakelen van het contact
wordt ook het dagrijlicht uitgescha‐
keld.
Verlichting
Alarmknipperlichten
Bediening met toets ¨.
71