124
Verzorging van de auto
De onderstaande voorbereidingen
treffen en de instructies opvolgen:
■ Auto op een vlakke, stevige en slip‐
vrije ondergrond parkeren. Voor‐
wielen in de rechtuitstand draaien.
■ Handrem aantrekken en eerste of
achteruitversnelling inschakelen.
■ Reservewiel verwijderen.
■ Nooit meerdere wielen tegelijkertijd
vervangen.
■ Gebruik de krik alleen om een wiel
te wisselen in geval van banden‐
pech en niet voor de jaarlijkse mon‐
tage van winter- of zomerbanden.
■ Bij een zachte ondergrond, een ste‐
vige plank (max. 1 cm dik) onder de
krik leggen.
■ In de op te krikken auto mogen zich
geen personen of dieren bevinden.
■ Nooit onder een opgekrikte auto
kruipen.
■ Opgekrikte auto niet starten.
■ Reinig de wielmoeren en de draad
met een schone doek voordat u het
wiel plaatst.
9 Waarschuwing
Vet de wielbout, de wielmoer en
de conus van de wielmoer niet in.
1. Wielmoerdoppen met een schroe‐
vendraaier loswippen en verwij‐
deren. Trek de wieldop met ge‐
schikt gereedschap eraf.
2. Plaats de wielsleutel goed en
draai elke wielmoer met een halve
slag los.
3. Er zijn hefpunten voor en achter
op de auto.