Instellingen
Optie
Items die hetzelfde zijn voor alle typen
Vaktype
Geheugenvaknaam
Subadres / Wachtwoord
Items die worden weergegeven wanneer u een vertrouwelijk geheugenvak opslaat
Afdruk pincode
Items die worden weergegeven wanneer u een relay-navraaggeheugenvak opslaat
Ontvangers
• Wanneer u een nieuw geheugenvak programmeert, kunt u geen subadres gebruiken dat is geprogrammeerd voor een ander geheugenvak. U kunt wel
dezelfde pascode gebruiken voor meerdere geheugenvakken.
• Het wachtwoord kan worden overgeslagen.
• [U kunt de tekens [
] en [#] niet gebruiken in een subadres.
• Onthoud de Afdruk pincode. Neem contact op met uw dealer of de dichtstbijzijnde erkende service-leverancier als u de Afdruk pincode ben vergeten of
deze wilt controleren.
Selecteer het vaktype
• Navraaggeheugen:
Sla een geheugenvak op voor navraag met F-code. Het subadres en
pascode dat u programmeert in het geheugenvak zijn nodig voor de andere
machine om navraag te doen bij uw machine (verzending aanvragen) met
behulp van F-code communicatie.
• Vertrouwelijk:
Sla een geheugenvak op voor navraag met F-code. Sla daarnaast een
"Afdrukken PIN" op in het geheugenvak om faxen af te drukken die zijn
ontvangen met Vertrouwelijke Ontvangst. Het subadres en wachtwoord dat
u programmeert in het geheugenvak zijn nodig voor de andere machine om
een fax naar nieuwe machine te sturen via een F-code vertrouwelijke
verzending.
• Relay-Distributie:
Sla een geheugenvak op voor relay-distributie met F-code. Sla de
faxnummers van de uiteindelijke ontvangers (niet meer dan 30) in het
geheugenvak. Het subadres en pascode dat u in het geheugenvak
programmeert zijn nodig voor de andere machine om een
relay-verzoekverzending met F-code uit te voeren (geef uw machine de
opdracht om een fax relay uit te voeren).
Voer een naam in voor het geheugenvak (maximaal 18 tekens).
Voer een subadres en wachtwoord in. Elke bestandsnaam mag maximaal 20 tekens lang zijn.
Scheidt een subadres en wachtwoord met een schuine streep ("/").
Stel een "Afdrukken PIN" in voor Vertrouwelijke Ontvangst. Voer een getal van 4 cijfers in.
Selecteer de uiteindelijke ontvangers van de relay-distributieverzending. Selecteer de ontvangers uit
het adresboek.
• Directe Invoer:
Een adres dat nog niet is ingevoerd in het adresboek kan rechtstreeks
worden ingevoerd. Voer het adres op dezelfde manier in als het opslaan
van een adres voor een functie.
• Adresoverzicht:
Hiermee wordt een lijst weergegeven van de geselecteerde ontvangers.
Indien nodig kunt u adressen uit deze lijst verwijderen.
7-104
SYSTEEMINSTELLINGEN
Beschrijving
Inhoudsopgave